Afbeelding
Hans Veltmeijer

Latifa Souidi helpt Baarnaars op weg: ‘Dit werk is mijn passie’

4 april 2021 om 14:00 Overig

BAARN Wanneer ze hoort dat het thema van deze jubileumkrant ‘verbinden’ is, veert ze op. ,,Dat zit in mijn DNA. We doen hier niet anders dan verbinden.” ‘Hier’ is Welzijn Baarn waar Latifa Souidi sinds 2008 werkt. Inmiddels is ze een bekend gezicht in Baarn, als wijkgericht werker en armoederegisseur. Ze gaat de problemen laagdrempelig tegemoet.

Ze helpt ook volwassenen met educatie, en met name nieuwkomers die de Nederlandse taal willen leren. Of eigenlijk moeten leren, vindt ze, want taal acht ze cruciaal voor een geslaagde integratie. Ze is ervaringsdeskundige op dit gebied.

In het jaar 1990, op haar achttiende, kwam ze met haar moeder, broers en zussen vanuit Marokko naar Nederland om met haar vader herenigd te worden. Die hoorde in 1964 bij de eerste lichting gastarbeiders. Latifa had een prettig leven en was klaar om naar de universiteit te gaan in Marokko. Op deze onverwachte stap van haar moeder was ze niet voorbereid. Plotseling was er een gezinsleven met een vader, in een vreemd land. Een jaar na aankomst overleed haar moeder en waren de kinderen ineens over met hun vader, die zij nauwelijks kenden. ,,We moesten hem in Nederland leren kennen.”

Ik vind Nederlands een mooie taal, die je moet omarmen. Dat zeg ik ook altijd tegen de mensen die ik begeleid. Als je de taal spreekt, heb je vrijheid

KANSEN BENUTTEN Zelf ging ze hard aan de slag om iets van haar leven te maken. Ze stortte zich op de Nederlandse taal. Dat was geen opgave want ze is gek op talen. ,,En ik vind Nederlands een mooie taal, die je moet omarmen. Dat zeg ik ook altijd tegen de mensen die ik begeleid. Als je de taal spreekt, heb je vrijheid.”

Daarna volgde ze allerlei pedagogische opleidingen, via het mbo naar het hbo waar ze afstudeerde als gezins- en opvoedcoach. Ze voelde zich in Nederland gezegend met alle kansen, die ze graag benutte. En nog steeds schrijft ze zich in voor trainingen. ,,Want je bent nooit klaar met leren.”

Jarenlang werkte ze in de kinderopvang. Maar ze miste daarin een bepaalde voldoening. Ze werd een van de oprichters van de Allochtonenraad in Baarn, een adviesorgaan voor de gemeente. Zes jaar lang was ze voorzitter. Ook in de politiek werd ze actief, bij de PvdA, onder meer als steunfractielid. Totdat al die taken niet meer te combineren waren met haar jonge gezin dat ze inmiddels had gesticht.

VERSCHILLENDE ACHTERGRONDEN En nu stroopt ze met haar collega’s, in herkenbare witte kleding van Welzijn Baarn, volkswijken af om Baarnaars op weg te helpen. Sinds 2017 als armoederegisseur. In de Vogelbuurt, de Bloemenbuurt, de Professorenbuurt en bij de Sonneveltflats. Gekwalificeerd als ‘aandachtswijken’ na een enquête van de gemeente. Ze bellen bij iedereen aan en hebben dan drie vragen: Woont u prettig, hebt u talent en hebt u een wens? In het kader van ‘de vroegsignalering’. ,,Met sommigen gaat het gewoon goed, met anderen niet. We luisteren dan naar hun verhalen en verwijzen ze door voor de juiste hulp, bijvoorbeeld bij het Lokaal Team.”

Vervelende reacties krijgt ze eigenlijk nooit, ook niet vanwege haar achtergrond. ,,Soms denken bewoners dat we iets willen verkopen of Jehova-getuigen zijn, maar niemand wijst ons grof de deur. En ik heb nooit het gevoel gehad gediscrimineerd te worden. Ik ben er voor iedereen en vind het juist boeiend om met mensen met verschillende achtergronden in contact te komen.”

SCHAKEL Ze is de schakel tussen inwoners en instanties. Om te voorkomen dat mensen zich van het kastje naar de muur gestuurd voelen, en verstrikt raken in een woud van regels en formulieren. Via de gemeente krijgt ze door waar een schuldenproblematiek speelt. Nutsbedrijven, zorgverzekeraars en woningcorporaties zijn sinds dit jaar verplicht betalingsachterstanden te melden.

Ze treft dan ‘heel veel schaamte en taboes’ aan. ,,Mensen met schuldproblemen trekken gemiddeld pas na vijf jaar aan de bel. Maar ze zijn altijd blij dat ik kom. Ik zeg dan: wees welkom, ik sta naast je en ga met je meedenken.” En na een korte overpeinzing: ,,Ja, ik vind mezelf wel laagdrempelig.”

Ze zorgt dan meestal dat schuldhulpverlening wordt ingeschakeld. Wanneer er schulden bij officiële instanties zijn is het eigenlijk al te laat, stelt ze. ,,Niemand gaat bezuinigen op huisvesting of zorg. Niemand wil op straat komen.” Hoe vroeger erbij hoe beter, is dus haar motto.

MULTIPROBLEMEN Vaak stuit ze bij de huisbezoeken op multiproblemen. ,,En sinds de coronacrisis is dat toegenomen, de problemen zijn groter en complexer geworden.” Er zijn gevallen waarbij de schuld in de tonnen loopt. De oorzaak ligt vaak in een levensgebeurtenis: een scheiding, verlies van baan, partner of ander familielid. ,,Meestal komt het wel goed, maar wanneer er ook nog verslaving of psychiatrie meespeelt, dan komen mensen echt klem te zitten.”

Meestal komt het wel goed, maar wanneer er ook nog verslaving of psychiatrie meespeelt, dan komen mensen echt klem te zitten

Schuldenproblematiek wordt ook geërfd, weet Latifa Souidi. ,,Ik ben zelf opgevoed met ‘wat je niet hebt kun je niet uitgeven’. Maar er zijn ook kinderen die opgroeien in een gezin met veel schulden. Ik ben daarom een voorstander van meer voorlichting, vooral aan ouders.” En soms ligt het aan de mensen zelf, wanneer de wil om problemen op te lossen ontbreekt, stelt ze vast. ,,Ik hoef niemand te redden. Dat moeten de mensen zelf doen. Als ze daar niet achter staan, gaat het niet lukken.”

VLUCHTELINGEN In andere buurten in Baarn is ze ook actief, wanneer er signalen zijn dat daar hulp nodig is. Of op ‘vindplekken’, zoals de Weggeefwinkel. Ze werkt met haar collega’s ook samen met Vluchtelingenwerk. Wanneer iemand nieuw is in Nederland gaat ze na drie maanden op huisbezoek. En na een jaar opnieuw. ,,Sommigen hebben snel hun weg gevonden”, zegt ze daarover. ,,Anderen niet, zoals bij alle mensen het geval is. Ik maak bij die ontmoetingen gebruik van mijn ervaring én van mijn talenkennis.” Ze spreekt immers vloeiend Frans en Arabisch en dat komt goed uit met vluchtelingen uit Syrië en sommige Afrikaanse landen. ,,Het eerste gesprek gaat dan toch soepeler. En als ik merk dat ze al wat Nederlands kunnen spreken, dan vertik ik het om nog een andere taal te spreken. Ik moedig ze ook steeds aan en druk ze op het hart dat ze niet bang moeten zijn om fouten te maken.”

Dit werk is wat ze wil doen. ,,Het is mijn passie. Ik word er echt blij van als ik een klein beetje het verschil kan maken. En als je dit niet vanuit je hart doet, houd je het niet lang vol.”

Door Hans Veltmeijer

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie