Afbeelding
Wim Zondag

Hartverwarmende reis door [ongerept IJsland]

27 juli 2018 om 08:56

DAG 10. We zijn naar de vissersplaats Húsavík gereden voor een walvisexcursie en hebben een Eco-vriendelijke drie uur durende boottocht geboekt voor 80 euro pp. We konden fel geel gekleurde overalls aantrekken ter bescherming tegen de kou en de wind. Het was gelukkig voor ons relatief rustig en zonnig weer. Maar de boot ging af en toe door de golfslag flink heen en weer. Enkele personen waren flink zeeziek en de vissen werden gevoerd. De bootmaatschappijen claimen dat de kans dat je walvissen spot gemiddeld meer dan 95% is. Maar ja, als je alleen in de verte een (deel) van een walvis ziet en meer niet, dan telt dat toch voor 100% score. Al vrij snel zag ik in de verte de rug van een walvis en ik kon daar een foto van maken. Daarna duurde het vrij lang voordat er twee walvissen gespot werden. Het waren bultrugwalvissen, die 12-16 meter lang kunnen worden. Deze twee werden (voorzichtig) gevolgd door een aantal boten waaronder de onze. We hebben veel foto's kunnen maken en zelfs nog vrij dichtbij. Helaas sprongen ze niet uit het water, maar de lange rug, de grote staart, een deel van de kop, de lange zijvin en ook spuitend konden we op de foto zetten.

's Middags naar Myvatn gegaan. Ten noorden ervan ligt een krachtcentrale Krafla. Wat verder ligt Viti een met water gevulde explosiekrater uit 1724. We hebben over de gehele kraterrand gelopen, met een prachtige uitzicht. Daarna via een voetpad naar de gekleurde berg Leirhnjúkur. Er ligt daar een mooi solfatarenveld. Maar nog spectaculairder vonden wij de tocht tussen en over de grillige lava naar de top van de berg. Je loopt over een 'vers' lavaveld van recente uitbarstingen, waar overal langs het smalle pad de stoom ophoog rijst.

DAG 11 Een relatief warme dag, temperatuur oplopend tot bijna 20 graden. De hele dag zijn we naar de omgeving van het mooie Myvatn geweest. We hadden al het een en ander gezien daar, maar er is nog veel meer moois. Eerst naar enorme kale krater Hverfell met een diameter van 1 kilometer. Na een flinke steile klim heb je een grandioos uitzicht op de omgeving. Met name op het grote meer en naar het binnenland toe de 1682 meter hoge besneeuwde tafelberg Herðubreið, die 1000m uitsteekt boven de uitgestrekte lavavelden, maar ook op de 1500 meter hoge krater van de bekende Askja-vulkaan, waar een uitbarsting in 1875 een meer heeft doen ontstaan van 11 km2. We hebben de hele kraterrand van de Hverfell rondgelopen; het waaide daarboven zo hard, dat je soms bijna omvergeblazen werd.

Toen naar het iets verderop liggende Dimmuborgir, een groot lavaveld met veel voetpaden en berkenboompjes. De lava heeft de meest grillige vormen aangenomen, waarin je allerlei figuren kunt ontdekken. Ook zie je een aantal bogen, waarvan je er in één grote kunt staan. Heel mooi.

Bij het schiereiland Höfdi hebben we langs prachtige rotsformaties langs het donkerblauw gekleurde meer gelopen. Veel vogels gespot. Myvatn betekent 'muggenmeer'. Het zijn geen muggen, maar kleine vliegjes, die vooral voorkeur hebben voor oren, neus en mond; ze bijten alleen als ze klem zitten. Daarom dragen veel mensen een netje om hun hoofd, die je overal kunt kopen. Wij hebben er niet zoveel last van gehad, om dat het flink waaide, maar het kan inderdaad heel vervelend zijn.

Aan de zuidzijde van het meer hebben we bij Skútustaðir een wandeling gemaakt tussen tientallen pseudokraters, die ongeveer 2300 jaar oud zijn. En ook daar veel vogels gespot.

Op de terugweg zijn we nog naar de Goðafoss gegaan. Het is één van de bekendste watervallen van IJsland, hoewel maar 12 meter hoog en 30 meter breed. Bijzonder is dat hij door rotsen in een paar stukken is verdeeld. Hij ligt ook schitterend en is te bereiken door een korte wandeling langs een kloof. We konden foto's nemen van de waterval met een kleine regenboog. Vlakbij ons vakantiehuisje kwamen we nog langs Grenjaðarstaður, een mooie turfboerderij (nu museum) en een houten kerkje uit de 19e eeuw. Heel mooi. 's Avonds hebben buiten op ons terras nog kunnen eten, het was 'warm' voor IJslandse begrippen.

DAG 12 Bij Akureyri, de hoofdstad van het noorden met 17.000 inwoners en liggend aan het einde van de fjord Eyjafjörður, zijn we van de ringweg afgeweken. We hebben de noordelijke route genomen langs deze fjord en de vissersplaats Dalvík, waar ook walvistochten worden georganiseerd. Bij Ólafsfjörður kwamen we bij een 3400m lange tunnel met maar één rijstrook; het in tegenovergestelde richting komend verkeer heeft voorrang; je hebt om de paar honderd meter een inhaalplek. Het is spannend om in deze smalle en vrij donkere tunnel te rijden. Verder was het een mooie tocht langs twee fjorden en een stuk langs de zee. Bij Hofsós ligt een bijzondere basaltformaties schuin tegenover een kerkje. Er is daar ook een zwembad, dat wel omschreven wordt als de mooiste van IJsland, vanwege het schitterende uitzicht. We hadden een overnachting in een hotel nabij het vissersplaatsje Blönduós. Omdat we nog wat tijd hadden, reden we naar het 50 km verder aan de overkant van de fjord gelegen Hvítserkur, een 15 meter hoge rots in zee, die lijkt op een prehistorisch dier. Een prachtig gezicht vanaf het zwarte strand. Er liggen daar in de buurt ook vaak zeehonden, maar die hebben wij op dat moment niet gezien. Ruim 300 km gereden deze dag.

DAG 13 Dertig kilometer onder Blönduós via weg 715 naar de Kolufoss gereden. We konden deze waterval eerst niet vinden; een eind gelopen langs een kloof met de snelstromend riviertje maar geen waterval. Die bleek wat verderop te liggen en was naar later bleek zeker de moeite waard, zowel van boven als van beneden. Toen verder via de ringweg richting Borgarnes en 35 km voor deze plaats hebben we bij Grábrók de 3000 jaar oude vulkaan beklommen tot bovenaan de rand. Beklimmen was relatief makkelijk door een houten brede trap (650 treden!). De trap doet wat afbreuk aan deze krater, maar iets verderop zag je nog twee prachtige kraters liggen (zonder trap). Vervolgens weer naar een aparte waterval de Glanni en iets doorlopend tot onze verrassing was er een klein meertje met mooie kleuren met de naam Paradisarlaut.

Toen naar Borgarnes, een industrie- en handelsplaats. Tot slot naar ons questhouse Fossatún, zo'n 20km van Borgarnes en 100 km van Reykjavik. Een vakantieverblijf dat helemaal in het teken staat van trollen. De eigenaar heeft een trollenverhaal geschreven (in enkele talen te koop) en rond de vakantiehuisjes, het restaurant, de waterval een pad aangelegd met allemaal trollen en borden met teksten. Ontzettend leuk. Ik werd nog bijna door een woeste trol gekookt in een grote ketel.

DAG 14 Met tussenpozen veel regen vandaag. Weg 518 gereden. Eerst naar Deildartunguhver met de grootste hete bron van IJsland. Het levert kokend water op, dat via pijpleidingen naar Borgarnes en Akranes wordt getransporteerd. Rond deze plaats worden in de warme aarde veel aardappelen en groente verbouwd (in kassen).

Bij Reykholt even naar het informatiecentrum gegaan en de twee mooie kerken van dit plaatsje gefotografeerd. Toen naar twee prachtige watervallen de brede Braunfossar en de Barnafoss vlakbij elkaar, maar totaal verschillend.

Omdat het regelmatig wat regende, hebben we besloten om naar een lavagrot te gaan een aantal kilometers voorbij Hüsafell. Het is de grot Viðgelmir, ontstaan door een vulkanische uitbarsting met een lengte van maar liefst 1600 meter. Onder leiding van een gids ga je anderhalf uur deze grot in, die als 'mightiest of Icelands caves' wordt aangeprezen. Je betaalt ca. 50 euro pp. en je krijgt een helm met hoofdlamp op. Het is koud in de grot, een paar graden boven nul, je moet je warm kleden. Aan de ingang ligt nog veel sneeuw. In de grot zelf loop je over vlonders. Vanaf de bovenkant vallen de waterdruppels naar beneden en tot onze verrassing zie je overal op de bodem ijsklompen en ijspilaren in allerlei figuren (druipsteenformaties van ijs). Ook zag je ijspegels. Een heel mooi gezicht mede door de verlichting en de gekleurde lava. Op een gegeven moment toen we vrij diep in de grot zijn, gaat de verlichting uit en vraagt de gids ons om alle lampen op de helm ook uit te doen. We staan dan met de groep in het pikkedonker. En als de gids vraagt om dan je hand iets voor je ogen te houden, dan zie je niets van je eigen hand. Een bijzondere gewaarwording.

DAG 15 Via de grotendeels onverharde weg 51, met enkele watervallen, reden we naar het Nationale Park Þingvellir. Het park is onderdeel van een 6 km brede en 40km lange verzakking met kloven en scheuren. Hier loopt de Midatlantische breuk. Aan de westkant sta je op het Noordamerikaanse continent en aan de oostkant van de verzakking op het Europese continent. Beide continenten gaan jaarlijks enkele centimeters uit elkaar en de verzakking bedraagt een halve centimeter. Langs de randen zijn prachtige breukvlakken te zien. Grote delen zijn bedekt met lava. Er is ook een mooie 22m hoge waterval. Vroeger (tot 1798) kwam in dit gebied de volksvertegenwoordiging (Alþing) jaarlijks 2 weken bijeen, er werd recht gesproken, veroordeelden terechtgesteld, handel gedreven, huwelijken voltrokken, sportwedstrijden gehouden etc.

Afbeelding
Afbeelding