Dieet cruciaal bij bloedsuikerwaarde bepalen

Als je naar het ziekenhuis moet om je bloed te laten controleren, zal in veel gevallen ook je bloedsuikerspiegel gemeten worden. Zeker als er een vermoeden van diabetes of prediabetes is. Bloedsuikerwaarde kan overigens ook gemeten worden met de zogenaamde vingerprik. Goed om te weten is wat deze waarde allemaal beïnvloed en dat als je zeker wilt zijn, je beter je HbA1c kunt laten meten.

HbA1c zegt je waarschijnlijk niets. Toch is deze waarde belangrijk voor ons en geeft het een beter en stabieler beeld van je conditie dan het meten van de bloedsuikerspiegel (ook wel glykemie, bloedglucosespiegel of suikerspiegel genoemd).

Wat is bloedsuikerwaarde eigenlijk? 

De bloedsuikerspiegel is de hoeveelheid suiker/glucose die in je bloed opgelost is en wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l). Een normale waarde ligt (nuchter) tussen de 4,0 en de 7,0 mmol/l. Wordt een ‘nuchtere’ waarde boven de 7/8/,0 mmol/l gemeten of een ‘niet-nuchter’ boven de 11,1 mmol/l, dan krijg je de diagnose diabetes. Een goede bloedsuikerspiegelwaarde is dus belangrijk als je graag een ziektevrijleven wilt hebben.

Onzuiver beeld

Ondanks dat deze waarde je een redelijk goed beeld geeft, zit er wel een ‘maar’ aan. Bij het prikken wordt alleen de hoeveelheid suikers in je lichaam op dat moment gemeten. Dit betekent dat het niets zegt over de waarde van een paar dagen of een week geleden omdat je bloedsuikerspiegel van dag tot dag, zelfs van uur tot uur, kan schommelen. Heb je een paar dagen goed gezond gegeten, dan heeft dit een positieve invloed op de uitslag. Heb je juist heel ongezond gegeten, krijg je een negatiever beeld. Beide is dus niet goed.

HbA1c?

Dat onzuivere beeld kun je uitsluiten met een HbA1c meting. Je HbA1c waarde geeft niet de waarde van dat moment maar een gemiddelde bloedsuikerwaarde over de laatste 8 tot 12 weken. In je bloedvaten blijven de suikers namelijk aan je rode bloedcellen plakken. Hoe meer suiker, hoe meer er blijft plakken. Rode bloedcellen zo’n 100 tot 120 dagen in leven blijven waardoor je dus tot zo’n drie maanden terug de gemiddelde bloedsuikerwaarde kunt meten. Bij HbA1c waarde is de een normale waarde afhankelijk is van je leeftijd en stadium van diabetes.

Eten beïnvloed de waarde

Hoe gek het ook klinkt, meer vet eten maakt de bloedsuikerspiegel beter. Eten bestaat uit drie bouwstenen; koolhydraten, vetten en eiwitten. Wil je je HbA1c verlagen dan moet je de bloedsuikerspiegel verlagen. Koolhydraten bevatten veel suikers en helpen daar dus niet aan mee. Eet je te veel eiwitten, worden deze omgezet in suikers. Eiwitten zijn goed dus, maar niet te veel. Vetten daarentegen hebben geen invloed op je suiker- en insulinespiegel. Vet bevat geen suikers en kan ook niet omgezet worden in suikers. En vetten werken verzadigend waardoor je minder last krijgt van eetbuien. Vet eten maakt je dan ook niet vet. Het opslaghormoon insuline is namelijk de voornaamste reden dat mensen dik worden.

Ook light producten kun je beter laten staan. Bij light producten wordt een deel van de vetten namelijk vervangen door suikers. Uit onderzoek blijkt dat wij sinds de jaren 70 veel dikker geworden zijn. En dit startpunt van overgewicht en de diabetes epidemie (er zijn inmiddels maar liefst 1,1 miljoen mensen met diabetes type 2) is hetzelfde startpunt als het populair worden van light producten. Stof om over na te denken toch!