Aids specialist Jos Frissen.
Aids specialist Jos Frissen. AMC Amsterdam

Jos Frissen streed 30 jaar tegen HIV (+ video)

23 juli 2019 om 07:26 lokaal

BAARN Niemand wilde in 1987 stagelopen op de speciale Aids afdeling van het AMC in Amsterdam. Jos Frissen stak niet één, maar twee vingers op. Hij wilde meer weten van die vreselijke ziekte en de radeloze patiënten helpen. Ruim 30 jaar later neemt de internist uit Baarn afscheid. In Nederland leven er naar schatting 23.100 mensen met HIV. Van hen weten er 2.300 niet dat ze HIV hebben. Hoewel het aantal nieuwe HIV-infecties geleidelijk afneemt, krijgen elk jaar toch nog een kleine duizend mensen een positieve HIV-diagnose. Jaarlijks sterven nog 40 mensen per jaar aan de gevolgen van aids. Wereldwijd sterven per dag 2700 mensen aan AIDS omdat ze geen goede behandeling krijgen.

Eugene Leenders

Zaalarts op de eerste Aidsafdeling van Nederland in het Academisch Centrum in Amsterdam. De jonge Jos Frissen, net klaar als basisarts, specialiseert zich verder in de interne geneeskunde. Hij waakt samen met een collega over 15 tot 20 patiënten. Ze hebben AIDS. Een nog vrij onbekende ziekte. Vooral jonge homomannen zijn het slachtoffer."

Frissen: "In die jaren een "gemiddelde" levensverwachting van zeven tot acht maanden. Twintig maanden overleefden niemand. Het was zwaar, heel zwaar. We hadden geen medicijnen, probeerden symptomen te bestrijden. Er zat een zware psychische kant aan. Buiten dat deze mensen in doodsangst leefden, waren sommigen nog niet uit de kast gekomen, voor hun familieleden. Ze waren juist het platteland van de Achterhoek of de Biblebelt ontvlucht, om in het grote Amsterdam vrijer te leven.

Kwam de familie op bezoek dan mochten ze per se van ons niet horen dat het om AIDS ging. Frissen probeerde zich in te leven in zijn patiënten en hielp ze waar hij kon. De medische wereld wist nog geen oplossing. Alles werd aangegrepen. Als een pil leek te werken, werd hij versneld door de registratie geleid.

Amsterdam was de bakermat van het aidsonderzoek. Niet alleen de ziekenhuizen ook de GGD en het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst. Frissen wierp zich op het onderzoek. Als beginnend specialist werkte hij nauw samen met grote namen in heel Europa. Met een Fransman die net de Nobelprijs had gemist, met Duitsers en Spanjaarden.

Ze waren pioniers. Het ziekenhuis was niet dol op de patiënten, bang voor besmetting. Op alle medische dossiers van mensen met het HIV-virus kwam een grote gele sticker. Frissen: "Dat hebben we toen vrij snel afgeschaft. Alle bloed kan besmet zijn. Ik ben er nooit bang voor geweest. Je moet gewoon de goede voorzorgsmaatregelen nemen. Ik wist dat met wie ik omging altijd HIV-positief was, andere doktoren weten dat niet. "

Langzaam lukte het om de levensverwachting van de patiënten iets op te trekken. Totdat berichten uit Amerika door druppelden dat een cocktail van pillen tot spectaculaire resultaten leiden.

Frissen: "De medicijnen die we al gebruikten werden aangevuld met nieuwe pillen. Op drie fronten konden we de ziekte te lijf. Eén medicijn zorgde vooral dat de weerstand van de patiënt verbeterde, waardoor hij zelf weer het afweermechanisme in zijn lichaam op orde kreeg,. Dat is uiteindelijk de doorbraak geweest."

De cocktail bestond op een gegeven moment uit 28 pillen. De patiënten morden niet, ze deden alles om beter te worden.

Frissen stapte in 1992 over naar het OLVG ziekenhuis in Amsterdam. Destijds waren er honderd patienten. Nu bij zijn vertrek worden er 3600 per jaar behandeld. Met zijn komst werd het OLVG het grootste HIV-centrum van Nederland. Frissen: "Een hele fijne werksfeer, met veel goede mensen die op elkaar ingespeeld waren. De patienten hadden steeds dezelfde behandelaars en specialistisch verpleegkundigen, dat werkt het beste."

Vorige maand ging Frissen met vervroegd pensioen. Hij nam uitgebreid afscheid van collega's en patiënten. Tijdens zijn afscheidsreceptie spraken drie patienten die hij gedurende vele jaren bijstond. AIDS is geen speciale afdeling meer, maar "gewoon" ondergebracht bij infectieziekten. Patiënten zijn chronisch. Ze dragen HIV levenslang met zich mee, maar het is niet meer te meten in het bloed. En als het niet te meten is, is het niet overdraagbaar via seksueel contact. De cocktail is teruggebracht tot de huidige HIV-medicatie bestaande uit één of enkele pillen. In plaats van een nieuw patiëntenbestand, elk zes maanden, werkte Frissen de afgelopen jaren met honderden patiënten die twee keer per jaar worden onderzocht. De leeftijd is meegegroeid met Frissen. Met grote regelmaat gaat het om patiënten van boven de zestig,

Frissen denkt nog of hij zijn belevenissen op schrift wil stellen. Het was een zeer turbulente tijd. Bekende homo Nederlanders die met valse namen werden opgenomen om de roddelpers te weren. Drugsgebruikers die probeerden om het receptenblok van Frissen te stelen.

De arts: "En, heel wrang, mensen die voor het beschikbaar komen van die cocktail hun hele hebben en houden opmaakten. Tot voor 1996 was AIDS gewoon een doodvonnis. Ze verkochten hun woning en haalden hun spaargeld van de rekening. Toen bleek de cocktail opeens aan te slaan en bleven ze in leven, maar ze hadden niks meer om van te leven. Je bouwt toch een band op met zo'n intensief, jarenlang contact tussen patiënt en arts. Het is zo mooi dat nu ik afzwaai, ik zie hoe die mensen een redelijk normaal leven kunnen hebben. Ik ken geen andere ziekte die, in dertig jaar tijd, veranderde van complete radeloosheid en angst voor een wereld epidemie in een goed hanteerbare chronische ziekte."

Aids specialist Jos Frissen uit Baarn.
Eugene Leenders
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie